Advocaat - Marieke van der Molen

Wet DBA opgeschort hoe nu verder?

Het zal weinigen zijn ontgaan, de vele commotie en onrust die er bestaat rondom de wet Deregulering beoordeling arbeidsrelaties, beter bekend onder de naam wet DBA. De wet die constructies van schijnzelfstandigheid moet aanpakken en waarmee uitbuiting van medewerkers moet worden voorkomen. Met ingang van 1 mei 2016 is de wet DBA in werking getreden, waarbij er aanvankelijk een overgangstermijn gold tot 1 mei 2017. De vele onduidelijkheid die er rondom deze wet bestond, leidde er toe dat opdrachtgevers steeds minder zzp-ers gingen inhuren. Om die reden heeft de staatssecretaris op 18 november 2016 dan ook besloten om de wet DBA op te schorten tot 1 januari 2018.  De vraag is nu wat houdt deze opschorting in en hoe dient daarmee omgegaan te worden?

Wat regelt de wet DBA?

De wet DBA heeft als doel om de verantwoordelijkheden tussen opdrachtgevers en de zzp-ers bij de beoordeling van hun samenwerking beter in balans te brengen. Voor de invoering van de wet DBA, kenden we de VAR-verklaring en kon  alleen aan de zzp-er een boete of naheffing worden opgelegd, indien de belastingdienst achteraf van oordeel was dat de samenwerking tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer toch aangemerkt diende te worden als een ‘verkapt’ dienstverband. Met de invoering van de wet DBA is de VAR afgeschaft en werden ook de opdrachtgevers mede verantwoordelijk voor de beoordeling van de samenwerking. De belastingdienst kan nu ook aan opdrachtgevers boetes en naheffingen opleggen als de samenwerking met een zzp-er toch aangemerkt dient te worden als een dienstverband. Indien opdrachtgevers twijfelen of een samenwerking met een zzp-er als een dienstbetrekking aangemerkt dient te worden, kunnen opdrachtgevers gebruik maken van een modelovereenkomst. Hoewel op de site van de belastingdienst een groot aantal modelovereenkomsten zijn gepubliceerd, bleek dat er in de praktijk veel onduidelijkheid bleef bestaan of een samenwerking aangemerkt moest worden als een dienstverband. De criteria waaraan getoetst diende te worden bleken niet meer overeen te komen met de geldende maatschappelijke opvattingen.

Wat houdt opschorting in?

Het feit dat de staatssecretaris op 18 november 2016 uiteindelijk heeft besloten om de wet DBA op te schorten tot 1 januari 2018 betekent niet dat de wet DBA daarmee nu van de baan is. De staatsecretaris heeft enkel aangekondigd dat de wet tot 1 januari 2018  in beginsel niet zal worden gehandhaafd. De wet zelf blijft gewoon bestaan en van kracht, zodat daar gewoon aan zal moeten worden voldaan.  Sterker nog de staatssecretaris heeft zelfs aangekondigd in te zetten op de verdere doorontwikkeling van de modelovereenkomsten.

Handhaving

Ten aanzien van de opschorting van de handhaving van de wet DBA wordt er door de staatsecretaris een tweedeling gemaakt tussen goedwillende en kwaadwillende. Voor de goedwillende zal de handhaving daadwerkelijk worden opgeschort tot 1 januari 2018, maar ten aanzien van  de kwaadwillende wordt er met ingang  1 mei 2017 gestart met een repressief handhavingsbeleid. Belangrijk is dan ook om te weten wie kwaadwillend is. Kwaadwillend is in ieder geval iedereen die opzettelijk een situatie van schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, terwijl hij wist dan wel had moeten weten dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking. Aangezien gebleken is dat de criteria om te toetsen of er sprake is van een dienstbetrekking niet meer aansluiten bij de huidige maatschappelijke opvattingen, blijft het onduidelijk wie als kwaadwillend en wie als goedwillend aangemerkt dient te worden.

Wat te doen?

Om in ieder geval de schijn te voorkomen om als kwaadwillende aangemerkt te worden is het raadzaam om zowel als opdrachtgever en  als zpp-er te laten zien dat u bezig bent met de implementatie van de wet DBA. Dit kan gedaan worden door zoveel mogelijk te werken met modelovereenkomsten. Verder is het raadzaam om daarbij zoveel mogelijk rekening te houden met de criteria van ‘gezagsverhouding’ en ‘vrije vervangbaarheid’, omdat dit met name de criteria zijn op basis waarvan geoordeeld wordt of er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking.

Heeft u vragen over arbeidsrecht, stel ze gerust.

Onduidelijkheid blijft bestaan

Hoewel het de intentie van de staatsecretaris was om de bestaande onduidelijkheid en onzekerheid rondom de wet DBA weg te nemen, door de handhaving van de wet op te schorten. Lijkt die doelstelling tot op dit moment niet te zijn gehaald. Het risico om alsnog als kwaadwillende aangemerkt te worden met daarbij de kans op een boete of naheffing heeft tot gevolg dat opdrachtgevers terughoudend blijven met de inhuur van zzp-ers.

Heeft u een vraag over de wet DBA of heeft u hulp nodig bij het opstellen of beoordelen van een modelovereenkomst. Van der Molen advocatuur helpt u daar graag bij. U kunt altijd vrijblijvend contact opnemen. Dit kan telefonisch op 073 699 0050 of per email op info@vandermolenadvocatuur.nl. ook voor andere vragen over uw arbeidsverhouding kunt u bij Van der Molen advocatuur terecht.